16 beste trampoline trucs voor beginners en gevorderden

Heb je een trampoline in je tuin? Of misschien spring je vaak bij vriendjes of vriendinnetjes. Hoe leuk is het om de vetste trucs op een trampoline uit te kunnen voeren. Laat je ouders of je vrienden verbazen wat jij allemaal op een trampoline kan. 

Iedereen kan onderstaande trucs leren. We hebben ze ingedeeld op niveau, wel zo makkelijk. Weet je trouwens dat trampolines veel voordelen hebben? En dat trampoline springen heel goed voor je is, zo blijkt uit onderzoek. 

Belangrijk: 
We geven op deze pagina informatie over leuke uitdagende trucs. Zorg altijd dat er iemand bij je in de buurt is als je gaat oefenen. Spring altijd alleen op een trampoline of zorg voor de juiste begeleiding. Alle trucs die je uitvoert doe je altijd op eigen risico. 

Nieuw in het land van trampoline springen? Geen probleem. We geven je een paar leuke trucs die je als beginner relatief makkelijk kan aanleren. Springen, vallen, staan en weer opnieuw. We beginnen met de Seat Drop. 

1. Staan-zit-staan (beginner)

De “Zit-en-staan” is een makkelijke trampolinetruc die iedereen snel kan leren. Deze trampolinesprong is simpelweg landen in een zittende positie om daarna weer in een staande positie terug te komen. 

Terwijl u zit, strekt u uw benen, houdt u uw rug verticaal, en duwt u het springbed met uw armen weer van je af. Je verliest de controle als je meerdere keren achter elkaar op je billen wilt landen. 

2. Lenige Lenie (beginner)

Om deze sprong goed uit te voeren moet je enigszins lenig zijn. Vooral kleine kinderen kunnen deze oefening prima. Probeer een hoge sprong te maken, til je armen boven je hoofd en hou je benen uit elkaar. Probeer je benen in een hoek van 90 graden te plaatsen en raak vervolgens je schenen aan. Beginners kunnen in plaats van de schenen ook de knieën aanraken. 

3. Knie naar de borst (beginner)

Deze truc kan je vanaf dag één gaan oefenen. Ga rechtop staan en spring recht naar boven met je armen omhoog. Na een paar keer springen breng je je knieën naar je borst, houd je benen zoveel als mogelijk bij elkaar en raak je schenen aan. Hoe vaker je het probeert, hoe makkelijker het gaat. 

4. Snoeksprong (beginner)

Om de snoeksprong uit te voeren moet je eerst even “droog” oefenen. Bekijk ook het filmpje hieronder. Ga eerst recht op de trampoline zitten met je benen naar voren en dicht bij elkaar. Breng je armen omhoog en buig deze naar voren totdat je je tenen raakt. Hierdoor ontstaat een gebogen en strakke vorm van uw lichaam.

Sta nu op en spring op de trampoline om de eerder genoemde vorm te creëren. Ben je een beginner? Raak dan eerst de knieën aan in plaats van de tenen. Maak het steeds wat moeilijker door hoger te springen en steeds meer naar je tenen te komen terwijl je je benen gestrekt houdt. 

5. Op de knieën en weer staan (beginner)

Deze truc is ook niet super moeilijk om te leren. Het enige wat je moet leren is om je knieën in de juiste hoek te brengen. Beide knieën op de trampoline te laten ‘stuiteren’ en deze al je spieren in je lichaam aan te spannen. Hou je rug verticaal. Je kan je armen gebruiken om het makkelijker te maken. Mocht je bij deze oefening last van je knieën krijgen, kniebeschermers zijn je beste vriend. Of vriendin. 

Je hebt al enige trampoline ervaring en de meest makkelijke trucs zijn echt te simpel voor je. Je bent toe aan een nieuwe set met trucs. Onderstaande trampoline trucs zijn dan misschien wel iets voor jou. Niet vergeten: let op je veiligheid en spring nooit tegelijk met anderen op één trampoline. 

1. Handstand overslag vooruit (gevorderde)

Deze truc kost even tijd om onder de knie te krijgen, vooral oefenen dus! Probeer in eerste instantie een handstand te maken voordat je de overslag probeert. Hou je voeten zo dicht mogelijk tegen elkaar aan, alsof ze met lijm aan elkaar zitten. 

2. Handstand overslag achteruit (Gevorderde)

Dit is precies het omgekeerde proces van de handstand overslag vooruit. Het enige wat je doet is het achterwaarts spiegelen van de oefening waarbij je je handen op de trampoline zet. Onderstaande video legt in stapjes uit hoe je kan oefenen. 

3. Totaal frontaal (gevorderde)

De “totaal frontaal” (ook wel front drop of belly drop) is een truc voor trampoline springers die al geoefend zijn. Deze truc is het beste in twee stappen aan te leren. De eerste stap zorgt er voor dat je eerst als een ‘hond’ op de trampoline terecht komt: op handen op voeten. Wanneer je daarna omhoog komt, ga je pas voor de ‘totaal frontaal’. Kom daarna weer tot stand. 

Zie onderstaande video voor een perfecte uitleg. 

4. Ruggetje helemaal (gevorderde)

Het “ruggetje helemaal” (ook wel cockroach of backdrop genoemd) precies is het tegenovergestelde van de “frontaal helemaal”. Ga eerst op de rug (kakkerlakhouding) van de trampolinemat liggen. Bouw dan wat kracht op door continu op de mat te ‘bouncen’. Dit zal resulteren in een stuiterende beweging. Vergeet niet om je handen/armen ook mee te nemen. 

Zorg dat je je goed oprolt en je nek niet in contact komt met de trampoline. Door zo'n “rug bounce” een paar keer te doen, begrijp je hoe je je lichaam moet controleren. Wanneer je vanuit een staande positie begint en een staande houding afmaakt, heet dit het “Ruggetje helemaal”.

5. Salto voorover 

De salto! Misschien wel de meest bekende trampolinesprong die er is. Deze video is in het Nederlands, wel zo makkelijk om de salto aan te leren. Eerst maak je een koprol. Daarna raak je kort de trampoline aan maak je een koprol. Dan ga je oefenen met hoog springen en het optrekken van je knieën. Als laatste combineer je al het voorgaande en maak je een salto. Zo makkelijk als klinkt is het niet. Veel oefenen!

6. Salto achterover (gevorderde)

Hoe doe je een salto achterover (ook wel een backflip) op een trampoline? Om een backflip op een trampoline te leren, moet je veel oefenen. In onderstaande video leggen deze 2 Nederlandse jongens het je haarfijn uit in 5 mooie stappen. 

7. Sideflip (gevorderde)

Nadat je de salto voorover en achterover eigen hebt gemaakt is het tijd voor de sideflip. Zorg dat je iedere stap uitvoerig oefent, sleep er kussens van de bank bij (vraag je ouders eerst even) als hulpmiddel en vergeet je armen niet actief te gebruiken. 

8. Pannenkoekenrol (gevorderde)

De pannenkoekenrol is een prachtige trampoline truc waar je duizelig van kan worden. Zo snel draai je rond. Deze twee dames leggen je de rol haarfijn uit. Het is even goed oefenen maar daarna is het smullen geblazen. 

9. Cody (gevorderde)

De Cody is een ingewikkelde trampolinetechniek met een “totaal frontaal” en een “Ruggetje helemaal”. Na een “totaal frontaal” doe je meteen een “Ruggetje helemaal”. Het vergt veel oefening om de Cody te goed uit te voeren. Ben je niet bedreven in de “totaal frontaal” en het “Ruggetje helemaal”, doe deze truc dan niet. 

10. Kaboom (gevorderde)

Voor ervaren trampolinebeoefenaars biedt de truc Kaboom een mooie uitdaging. De truc is samengesteld uit een combinatie van een “Ruggetje helemaal” en een “Salto achterover”. Best pittig als je onderstaande video ziet, maar wel te doen. Succes!

11. Barani (Gevorderde)

De Barani (ook wel frontflip 180 genoemd) is draaien terwijl je een koprol maakt. Na de warming-up spring je naar voren en draai je je lichaam 180 graden. Na het voltooien van de Barani zul je ontdekken dat je tegenovergesteld aan de beginstand staat. De volgende video kan je helpen om frontflip 180 aan te leren.

Veelgestelde vragen